Samenvatting van het boek Understanding Power

Het boek Understanding Power van Noam Chomsky maak ik graag toegankelijk voor anderen. Met behulp van vele voorbeelden beschrijft Chomsky welke strategieën machtigen gebruiken om aan de macht te blijven. Ik vind hem geloofwaardig, omdat ik zijn betoog doordacht, controleerbaar en veelomvattend vind. Jammer dat de Nederlandse media hem nauwelijks tot geen aandacht geven. Dankzij een interview door Liesbeth Koenen in het maandblad van NRC ben ik rond 2004 Chomsky op het spoor gekomen.

In 2022 zie ik de valkuil van vooral naar het gedrag van anderen te kijken. Door anderen machtig te noemen, maak ik mezelf minder machtig. Terwijl we allemaal zelf het heft in handen kunnen nemen. Bewustzijn is groots en dat maakt al het leven groots. Via het stemmetje in ons geeft ons bewustzijn de gewenste richting aan. Dit stemmetje weet wat goed is. Daar kan denken of geloven niet aan tippen.

Je kunt kiezen uit drie soorten samenvattingen: op boek-, hoofdstuk- en paragraafniveau. Na de samenvatting van een hoofdstuk volgen die van de bijbehorende paragrafen.

Op paragraafniveau vermeld ik tussen [vierkante haken] de voetnoten, die alle in een pdf-bestand staan. Voor meer details, voorbeelden en terzijdes raad ik het boek met al zijn 416 bladzijden aan. Met dank aan de samenstellers: Peter R. Mitchell en John Schoeffel.

Onderbelicht vind ik de rol van ons huidige geldstelsel. Hiervoor raad ik het boek “Het geld van de toekomst” van Bernard Lietaer aan (zie samenvatting). De kracht van propaganda vind ik ook goed geïllustreerd in het boek “LTI De taal van het Derde Rijk” van Victor Klemperer (zie citaten).

Chomsky schrijft voornamelijk over de gang van zaken in de VS. Dit perspectief vermeld ik sporadisch.

Vooral bij sommige Engelstalige vaktermen twijfel ik over de juiste vertaling. Laat me s.v.p. weten, waar ik de mist in ben gegaan.

BOEK (1989 – 1999)

Door activisme is de bevolking kritischer geworden over het beleid van de regering. Geweldsdaden die enkele decennia geleden openlijk gebeurden, worden nu heimelijk en/of via andere landen uitgevoerd. De reden waarom de VS in een ander land intervenieert, is een dreigende onafhankelijkheid van dat land.

Woorden hebben vaak twee betekenissen: één volgens het woordenboek en één voor ideologische oorlogvoering. In de politieke conversatie zijn veel termen zo gekozen, dat mensen niet nadenken over de echte betekenis. De algemene acceptatie dat de SU socialistisch was, is een triomf van de Westerse propaganda.

Het huidige kapitalisme betekent voor de betrokken landen, dat ze het de rijken naar de zin moeten maken. Machtigen stimuleren de economie bij voorkeur via militaire bestedingen in plaats van sociale. De kans op inspraak van burgers is dan minimaal. Al met al geeft de overheid in verhouding veel bijstand aan de rijken.

Wat voor de machtigen nog belangrijker is dan winst, is het instandhouden van de machtsstructuur. De media doen hun werk wel eerlijk, maar ondergeschikt aan de macht. Universiteiten vermijden te vertellen, wat er echt gaande is in de (economische) wereld. Chomsky vindt vrijwel iedereen voldoende bekwaam om mee te praten over wereldzaken.

Er zijn vele grote kwesties waarin Chomsky geen standpunt heeft, zoals Bosnië. Hij pleit er voor te focussen op de honderden kwesties, waarin wel voor de hand liggende acties kunnen worden ondernomen.

Voor echte verandering moet een volksbeweging oog hebben voor interne afstemming, samenwerking en kennisoverdracht. Alleen een actieve volksbeweging is in staat hun vertegenwoordiger continu duidelijk te maken dat hij hun vertegenwoordiger is. Het grondbeginsel van Chomsky is, dat iedere vorm van autoriteit gerechtvaardigd moet worden.

Chomsky richt zich inzake bedreiging en geweld op zijn eigen land, omdat hij als burger het meeste invloed heeft in zijn eigen land. Hij voorziet dat het huidige kapitalisme desastreus is voor het milieu.

Hoofdstuk 1 (voorjaar 1989)

Door activisme is de bevolking kritischer geworden over het beleid van de regering. Geweldsdaden die enkele decennia geleden openlijk gebeurden, worden nu heimelijk en/of via andere landen uitgevoerd. Het geven van militaire steun aan dergelijke landen zorgt voor het nodige contact. Informatie over dergelijke acties is ‘vertrouwelijk’. Niet vanwege de staatsveiligheid, maar omdat de eigen bevolking het niet mag weten.

Al een paar honderd jaar kan de gevestigde macht rekenen op de steun van de media. Dankzij een complex systeem van filters komt in de media alleen datgene aan bod, wat voor de elite van belang is.

In het huidige bedrijfskapitalisme geldt ook voor commerciële media: vergroten van korte termijn winst en marktaandeel. Aan armlastige burgers valt weinig te verdienen. De media doen hun werk wel eerlijk, maar ondergeschikt aan de macht.

In een terugblik lijken de hedendaagse media rechtser geworden, maar zijn vooral de meeste lezers linkser geworden.

1.1 Het succes van binnenlands activisme

Als je de periode Kennedy vergelijkt met die van Reagan, kon de regering Kennedy grotendeels haar gang gaan, terwijl de regering Reagan bijvoorbeeld besloot de Office of Public Diplomacy [5] op te richten. De poging om de gemeenschap te indoctrineren werd dit keer veel grootschaliger opgezet dan destijds (voor het eerst) door de regering Wilson in 1917.

De bewustwording onder de bevolking heeft er bijvoorbeeld toe geleid, dat de regering Reagan geen B-52 bommenwerpers naar Midden-Amerika heeft gestuurd [4].

1.2 Het VS-netwerk van terroristische ingehuurde landen

De regering Reagan heeft haar acties in Nicaragua heimelijk moeten uitvoeren. De angst voor haar eigen bevolking deed de regering kiezen voor de ineffectieve werkwijze van ingrijpen via andere landen. Voornaamste ingehuurde landen: Israël, Taiwan, Zuid-Afrika, Zuid-Vietnam en Saoedi Arabië. Arme landen huren terroristen, rijke landen huren terroristische landen [10] & [11].

1.3 Omverwerpen van regeringen in Derde Wereld landen

De regering Reagan heeft haar acties in Nicaragua heimelijk moeten uitvoeren. De angst voor haar eigen bevolking deed de regering kiezen voor de ineffectieve werkwijze van ingrijpen via andere landen. Voornaamste ingehuurde landen: Israël, Taiwan, Zuid-Afrika, Zuid-Vietnam en Saoedi Arabië. Arme landen huren terroristen, rijke landen huren terroristische landen [10] & [11].

1.4 Vertrouwelijke informatie

Informatie is vertrouwelijk, zodat de eigen bevolking niet weet wat er gaande is. De staatsveiligheid is zelden in gevaar.

De standaard manier om macht acceptabel te maken: je versluiert en beschermt de machtigen. Herodotus schreef hier al over [30].

1.5 De media: een institutionele analyse

Sinds circa 1775 kunnen de (VS-)overheid en sterke private belangen rekenen op de steun van de media. Tegenwoordig ontstaat deze steun door een complex systeem van filters bij zowel de media als de onderwijsinstellingen. Deze filters zorgen er voor dat dissidente meningen worden gemarginaliseerd. Linkse en rechtse standpunten geven de marges aan, waarbinnen de belangen van de private macht worden behartigd.

Veel media zijn onderdeel van grootschalige, commerciële bedrijven [33]. Het primaire doel van media is (lezers)publiek verkopen aan andere media middels advertentiegelden. Logischerwijs presenteren de media dus een wereldbeeld, dat overeenkomt met de behoeften en de belangen van de kopers, de verkopers en de markt.

1.6 Het Propaganda Model getest

Het Propaganda Model is een model van hoe de media functioneert. Het model focust op de ongelijkheid van rijkdom en macht en de effecten daarvan op de massa-media inzake hun belangen en keuzes [35].

Dit model voorspelt dat het gehele spectrum aan elitaire belangen aan bod komt in de media. Wat voor de elite niet van belang is, komt niet aan bod.

Bij de verificatie van het model mochten de media zelf de nieuws-onderwerpen aandragen. Keer op keer bleek het Propaganda Model overeen te komen met de werkwijze van de media. Dat de media de uitkomst van de verificatie negeren, past geheel bij de werkwijze volgens het model.

1.7 De media en de mening van de elite

Op hoofdonderwerpen is er een duidelijk verschil van mening tussen de lezers en makers. De makers reflecteren de mening van de elite. Op de vraag waarom de Boston Globe het Israëlisch/Palestijns conflict zo slecht verslaat, antwoordt de redacteur: “Hoeveel Arabische adverteerders denk je dat we hebben?”

In ’76/’77 vergat The New York Times enigszins, dat het zelf ook een bedrijf is. Op de te linkse toon volgde een lichte koersdaling plus een waarschuwend artikel in Business Weekly. De Times herstelde zich door de complete redactionele staf te vervangen [54].

1.8 Filters bij de verslaggeving

De filters bij de verslaggeving zorgen er voor, dat gelijkwaardige informatie op een ongelijkwaardige manier wordt gepresenteerd. Voorbeeld: De Russen schieten een Koreaans vliegtuig neer: een stortvloed aan artikelen in de NY Times. De UNITA (gesponsord door VS) schiet een Angolees vliegtuig neer: één artikel van 100 woorden in de NY Times [61].

Bij bedrijfskapitalisme streven alle spelers naar toename van winst en marktaandeel. Enkele gevolgen:

– Armlastige lezers zijn voor commerciële kranten niet interessant.

– Nieuws dat voor alle bedrijven ongunstig is, komt niet aan bod. Voorbeelden: inkomensherverdeling en verhoging van bedrijfsbelasting ten bate van sociale zorg.

– Het is goedkoper om artikelen met een kleine bewijslast te publiceren. Daarom worden ‘de anderen’ vaker bekritiseerd dan ‘de onzen’.

Sommige verslaggevers voelen aan, wanneer ze een afwijkend artikel door de filters heen kunnen sluizen.

Onder de alternatieve media kan ook de lokale radio vallen. Bij lezingen in den lande merkt Chomsky als er in de betreffende plaats uitgebreid via de lokale radio wordt gediscussieerd. Deze mensen kunnen beter omgaan met verschil van mening.

1.9 Oprechte ondergeschiktheid

Uit onderzoek blijkt dat de media hun werk eerlijk, maar ondergeschikt aan de macht doen. Voorbeeld: Tet-offensief in de Vietnam-oorlog [70].

1.10 “Ga béter vechten”: de media en de Vietnam-oorlog

In een terugblik lijken de hedendaagse media rechtser geworden, maar zijn vooral de meeste lezers linkser geworden. Veel anti-oorlog commentaar ten tijde van de Vietnam-oorlog valt nu onder de noemer: “Ga béter vechten”. Ook bestond er bij veel “democratie”-denkers de gedachte, dat de revolutie in Vietnam beter door Westerlingen geleid kon worden dan door de VietCong.

De massamoord van My Lai wordt als een dwazemans actie beschreven, terwijl tegelijkertijd de legertop de route van B-52’s over dorpen laat gaan.

Het leger heeft van deze oorlog geleerd, dat je in geval van een kritische bevolking beter een oorlog kunt voeren met een beroepsleger, dan met een leger van dienstplichtigen.

Hoofdstuk 2 (voorjaar 1989)

Woorden hebben vaak twee betekenissen: één volgens het woordenboek en één voor ideologische oorlogvoering. In de politieke conversatie zijn veel termen zo gekozen, dat mensen niet nadenken over de echte betekenis.

In de jaren 30 was er ook armoede, maar wat bij de hedendaagse armoede ontbreekt, is hoop. De rijken plukken de vruchten van de suprematie van de VS. Het wordt steeds duidelijker dat het milieu onder kapitalistische condities de verliezer is.

Het huidige kapitalisme betekent voor de betrokken landen, dat ze het de rijken naar de zin moeten maken. Het verhaal wordt heel anders als de bevolking zeggenschap krijgt over de industrie. Je breidt dan het democratische systeem uit met economische macht.

2.1 “Beheersen” van de Sovjet Unie in de Koude Oorlog

Net als het woord beheersen hebben veel woorden twee betekenissen: één volgens het woordenboek en één voor ideologische oorlogvoering.

Hoezo, beheersen? De Russen hebben niet overal op de aardbol troepen gestationeerd, zoals de Amerikanen. Als je op het beleidsterrein over de SU promotie wilt maken, moet je je schikken in het uitgangspunt dat de SU beheerst moet worden.

In gangbare studieboeken worden pas op voetnoot-niveau relativerende uitspraken gedaan [2]. Ook wordt in een terzijde gezegd, dat de beslissing hóe de SU te beheersen, vooral wordt bepaald door binnenlandse (economische) motieven [3] & [4].

2.2 De wereld van Orwell en de onze

In de politieke conversatie zijn veel termen zo gekozen, dat mensen niet nadenken over de echte betekenis. Voorbeelden:

Verdedigen: agressieve daden dienen zogenaamd om het eigen land te verdedigen.

Democratisch: Nicaragua (onder de Sandinisten) is niet democratisch, omdat het zakenleven te weinig macht heeft in de regering [14].

Vredesproces: alle acties van de VS.

Gematigd/radicaal: wel/niet volgen van opdrachten van de VS. Extreemste voorbeeld is Suharto. Na de coup in ’65 vernietigt hij de enige massale volkspartij (14 miljoen leden) van Indonesië. In vier maand tijd vermoordt hij een half miljoen mensen [23]. Het Westen noemt hem een “nieuw gematigd leider”.

2.3 Hedendaagse armoede

In de jaren 30 was er ook armoede, maar wat bij de hedendaagse armoede ontbreekt, is hoop. Zelfs de middenklasse maakt nu grote kans het minder welvarend te hebben dan hun ouders, wat uniek is in de geschiedenis.

Een reden is immigratie. Tot de jaren 30 was er werk voor de blijvers van elke immigratiegolf [28]. Na W.O. II bood de high tech industrie minder werk en promotiekansen. Door mechanisatie in de landbouw en immigratie trokken veel voormalige slaven en Latijns-Amerikanen naar de noordelijke steden. Ze werden daar gehuisvest in concentratiekampen, genaamd “steden”. Nu kapitaal zich makkelijk verplaatst, gaat eenvoudig werk naar lage lonen landen.

Toeval of niet, toen de armen zich begonnen te organiseren in de jaren 60, nam de verkoop van drugs explosief toe. Met een verwoestend effect op de lokale gemeenschap.

2.4 Religieus fanatisme

Een verklaring voor omgang met religie in de VS is het ontbreken van alternatieven om een gemeenschap te vormen: de vakbonden zijn zwak en het politieke spectrum is smal (een arbeiderspartij ontbreekt). De kerk vult dit gat op.

Het fanatieke aspect draagt het risico in zich, dat bij tegenwind een fascistische beweging ontstaat.

2.5 Het echte anti-Semitisme

Volgens de machtigen ben je pas echt anti-Semitisch, als je tegen de staat Israël bent. Daarom is er nauwelijks media-aandacht voor uitlatingen van Nazi’s en leden van de Ku Klux Klan.

Een Holocaust-project krijgt geen subsidie, omdat de verstrekker gevoelig is voor het argument dat KKK-ers ook geen subsidie krijgen [39].

2.6 Ronald Reagan en de toekomst van de democratie

President Reagan is een voorbeeld van iemand, die zegt wat anderen hem voorschrijven. Zo iemand overleeft de verkiezingscampagne, als de media meewerken door te focussen op a-politieke onderwerpen.

Terzijde: elke VS-president na W.O. II verdient volgens de criteria van het Neurenberg tribunaal de doodstraf [42]. De consensus in de elite is, dat de VS misdaden mogen plegen.

2.7 Twee nieuwe factoren in wereldse kwesties

Het milieu: onder kapitalistische condities (maximaliseren van korte termijn winst) is het milieu de verliezer.

Economische verhoudingen: de VS is niet meer het enige machtsblok, Japan en de EU zijn twee nieuwe machtsblokken. Per machtsblok proberen de machtige instellingen te bereiken, dat het machtsverschil met de andere blokken toeneemt.

2.8 Democratie onder het kapitalisme

Elk besluitvormend orgaan neigt er naar de belangen van de mensen die betrokken zijn bij de besluitvorming, te bevoordelen. De verwachting is dat het milieu het meest gebaat is bij gedecentraliseerde macht.

Het huidige kapitalisme betekent voor de betrokken landen, dat ze moeten streven naar een gunstig investeringsklimaat. Oftewel: elk land moet het de rijken naar de zin maken.

Het verhaal wordt heel anders als de bevolking zeggenschap krijgt over de industrie. Je breidt dan het democratische systeem uit met economische macht.

2.9 Het wereldrijk

De reden waarom de VS in een ander land intervenieert, is een dreigende onafhankelijkheid van dat land [52]. Dankzij het Westen zijn de arme landen niet in staat de geijkte weg naar onafhankelijkheid volgen, namelijk: protectionisme en de economie losmaken van de vrije markt regels.

Naar verwachting levert het wereldrijk de VS nauwelijks winst op [58]. Voor de rijken is er wel winst, want iedereen betaalt mee aan de kosten en de baten gaan richting de rijken.

2.10 Verandering en de toekomst

Steeds meer mensen hebben geen vertrouwen in de politiek [59]. Het valt niet te voorspellen, door wie deze mensen zich weer laten mobiliseren. De uitkomst hangt voornamelijk af van wie zich hiervoor wil inzetten.

Hoofdstuk 3 (voorjaar 1989)

Elke uitgave van de overheid stimuleert de economie. Bij een militaire besteding is de kans op inspraak minimaal, omdat de burger hier geen verstand van heeft. Daarom kiezen de machtigen hiervoor. Interventie van de overheid is noodzakelijk voor de ontwikkeling van de economie, in dit geval het veilig stellen van bedrijfswinsten.

Bij de vraag of overheidsgeld echt aan sociale doelen wordt besteed, is een criterium of de macht bij de bevolking is komen te liggen. Nu staan veel mensen terzijde. Als alternatief gebruiken tal van mensen hun intellect in de rol van sporttoeschouwer.

Desinformatie, uitlokking en timing zijn enkele instrumenten om de oorlogseconomie draaiende te houden. De VN kan pas een vredesrol krijgen, als de machtige landen dat toestaan.

3.1 Het militaire-industriële complex

Elke uitgave van de overheid stimuleert de economie. Als het belastinggeld wordt besteed aan een sociaal doel (bijv. ziekenhuis), wil de bevolking inspraak in de wijze van besteding. Bij een militaire besteding (bijv. straaljager) is de kans op inspraak minimaal, omdat de burger hier geen verstand van heeft. Daarom kiezen de machtigen voor een militair doel.

Het Pentagon verdeelt de militaire gelden. Dit geld is een rechtstreekse gift aan de bedrijfsmanagers, want: de overheid koopt sowieso wat de bedrijven maken, de overheid betaalt de ontwikkelingskosten en de bedrijven mogen de eventuele winsten opstrijken. De stilzwijgende afspraak is dat de overheid alleen producten maakt die niet zijn te verkopen op de commerciële markt.

Elke economie in de geschiedenis heeft zich ontwikkeld dankzij uitgebreide interventie van de overheid. Voorbeeld: Star Wars is opgezet om de ontwikkeling van de vijfde generatie computers te subsidiëren [4]. Zo gauw er iets verkoopbaars is, mogen de bedrijven er hun winst mee maken.

3.2 De permanente oorlogseconomie

Het Pentagon systeem is nauw verbonden met de moderne technologie industrie. Na W.O. II. begrepen de betrokkenen dat het sleutelwoord niet subsidie is, maar veiligheid [11]. Het systeem dient het doel, waarvoor het is ontworpen: de economie gezond maken, oftewel veilig stellen van bedrijfswinsten.

De afschaffing van het Pentagon systeem vereist een alternatief, waarbij geld richting sociale doelen gaat. Een criterium voor afschaffing is of de macht bij de bevolking is komen te liggen.

3.3 Libië en Amerikaans terrorisme

De V.S. bombarderen in 1986 Tripoli. De voornaamste reden is het creëren van voldoende hysterie, zodat het Congres een paar maanden later instemt met financiële steun aan de contra’s in Nicaragua [19].

De voorbereiding van de VS is transparant [16], al zwijgt de VS-media hierover. De aanpak getuigt van desinformatie (connectie met bomaanslag in een Berlijnse discotheek [28] of [17, 18, 23]), uitlokking (binnendringen van Libische luchtruim [20]) en timing (tijdstip precies om 7.00 PM).

3.4 De VS en de VN

De VN kan een vredesrol krijgen, als de machtige landen dat toestaan. Van de resoluties die de VN-veiligheidsraad sinds de jaren ’70 heeft opgesteld, hebben de VS veruit het vaakst hun veto uitgebracht [39]. In de media kijkt men van zich af: wat er mis is met de wereld? [45 en 48].

De VS hebben in de jaren ’70 en ’80 een uitgebreide campagne gevoerd tegen de UNESCO (die vooral voor de Derde Wereld werkt). Hierdoor werd de UNESCO vrijwel op non-actief gezet [47].

3.5 Zaken, apartheid en racisme

De media doen goed verslag van acties tegen apartheid. Een industriële samenleving vereist mensen met een opleiding, geen slaven. Bovendien is het efficiënt als mensen uitwisselbaar zijn.

3.6 De Vietnam-oorlog winnen

Wat Vietnam heeft doorstaan, is vergelijkbaar met de impact van de pest in Europa. Logischerwijs kent Vietnam nu een autoritaire regering, want geweld versterkt de macht van autoritaire groepen.

Lange tijd hebben de VS andere landen onder druk gezet, geen hulp aan Vietnam te geven [57]. Toegevoegde noot: in 1994 beëindigt de VS het Vietnam-embargo, na druk vanuit het bedrijfsleven [59].

3.7 Genocide: de VS en Pol Pot

Het grootste deel van de doden tijdens de regering van Pol Pot is te wijten aan de daden van de VS in de voorafgaande vijf jaar [62].

3.8 Helden en anti-helden

Helden zijn mensen die zich inzetten voor de zaak. Anti-helden komen opdagen als de zaak goed loopt en als het “leiderschap” goed past bij hun CV.

3.9 Anti-intellectualisme

Je hebt intellectuele werkers: mensen die bij het werk hun verstand gebruiken, dus ook automonteurs. Het is ook mogelijk een intellectueel leven te leiden. Binnen die groep kan het raadzaam zijn niet teveel je verstand te gebruiken.

Het anti-intellectualisme richt zich vaak tegen de tweede groep.

3.10 Sportpubliek

Mensen willen hun intellectuele capaciteiten gebruiken. Voor veel mensen ligt het politieke en sociale leven buiten hun bereik. Deze terreinen zijn in handen van de rijken. Daarom gebruiken tal van mensen hun intellect in de rol van sporttoeschouwer.

Net als soaps heeft sport een belangrijke sociale rol: het publiek ervaart chauvinisme en groepsdruk.

3.11 Westeuropees activisme en Canada

De volksbewegingen in de VS zijn gezonder dan die in Europa. omdat ze veelal niet op een ideologische leest zijn geschoeid. Ze hebben in de VS nu weinig invloed, omdat het private kapitaal daar veel macht heeft.

3.12 Verdrijven van illusies

Je blijft in contact met de realiteit door interactie met andere mensen, door als groep bezig te zijn, door betrokkenheid, door activisme. Als de tijd rijp is, kunnen veranderingen snel gaan.

Hoofdstuk 4 (voorjaar 1990)

De intellectuele elite stelt bij diverse onderwerpen de mening van de regering en het bedrijfsleven niet ter discussie. Het machtstelsel zorgt er voor dat dergelijke intellectuelen succesvol zijn.

Wat voor de machtigen nog belangrijker is dan winst, is het instandhouden van de machtsstructuur. Pas als de mensen zeggenschap over kapitaal krijgen, is het mogelijk tegenwicht te bieden aan indoctrinatie.

Machtigen hebben geen problemen met geweld, zolang het effectief is. Israël heeft alleen maar een functie voor de VS, zolang het gevechtsklaar moet staan. Israël is een feit, maar de geschiedenis is geen bron van rechtmatigheid.

Vrijwel iedereen is voldoende bekwaam om mee te praten over wereldzaken. Als je in veranderingen gelooft, is het een rationele keuze pessimisme te vergeten.

4.1 Het totalitaire element

Inzake de verkiezingen in Nicaragua waren er slechts twee afwijkende berichten in de belangrijkste kranten [8]. Dit geeft het duidelijke totalitaire element in de VS-cultuur aan. De intellectuele elite stelt bij dergelijke onderwerpen de mening van de regering en het bedrijfsleven niet ter discussie.

4.2 Een hypothese inzake Litouwen

Als tussen de S.U. en Litouwen hetzelfde zou gebeuren, als tussen de VS en Nicaragua [10], zal de intellectuele klasse wel zien dat er geen sprake is van vrije verkiezingen. De intellectuelen zijn echter zo goed geïndoctrineerd, dat ze spreken over vrije verkiezingen [3].

4.3 Voortdurende hersenspoeling onder de vlag van vrijheid

In de introductie van Animal Farm beschrijft Orwell dat Engeland niet zoveel verschilt met de S.U. Twee redenen: de pers is in handen van de rijken en ieder goed opgevoed persoon voelt aan welke gespreksonderwerpen ongepast zijn [14]. Nette vorm van censuur: genoemde introductie is de eerste 30 jaar niet vermeld in het boek.

Bij kranten kan de censuur zitten in de keuze van de redacteur, welke journalist op pad gaat. Voor elk systeem geldt dat mensen slecht kunnen leven met cognitieve dissonantie. De mensen die geloven wat ze zeggen, houden stand in het systeem. Mensen die niet geloven wat ze zeggen, zullen geen (hoofd)redacteur worden.

4.4 Journalistiek à la LeMoyne: een voorbeeld van het cynische oogpunt

De journalist James LeMoyne beschrijft in de NY Times dat er “overvloedig bewijs” is, dat Nicaragua wapens levert aan de guerrilla’s in El Salvador [26]. Na constante druk blijkt 15 maanden later dat er “geen bewijs” is [31].

Eén van de duizenden voorbeelden dat de media ten dienste staat van de machtigen [32].

4.5 Heroverwegen van Watergate

Watergate is een voorbeeld, wat er gebeurt als bedienden (Nixon) hun rol vergeten en hun bazen (bezitters van de maatschappij) gaan achtervolgen.

Tegelijk illustreert Watergate schijnbaar hoe vrij en kritisch de pers is. Wat de pers niet vertelt over de regering Nixon, is bijvoorbeeld COINTELPRO en Cambodja. COINTELPRO omvat FBI-acties die gericht zijn op het ondermijnen van de politieke vrijheid in de VS [33]. In Cambodja zijn tijdens de regering Nixon bombardementen uitgevoerd met ruim 100.000 doden tot gevolg [34].

4.6 Ontsnappen aan indoctrinatie

Zoals Orwell in 1984 illustreert, heeft indoctrinatie meer kans bij geïsoleerde personen.

Wat voor het management nog belangrijker is dan winst, is het instandhouden van de machtsstructuur. Daarom lukte het de Britse arbeiderspers in de jaren 60 niet om voldoende kapitaal aan te trekken en verdween dit type krant [36].

Als de mensen zeggenschap over kapitaal krijgen, is het mogelijk tegenwicht te bieden aan indoctrinatie.

4.7 Begrijpen van het Midden Oosten conflict

Machtigen hebben geen problemen met geweld, zolang het effectief is.

De VS willen controle over de olie-voorraden. Lokaal nationalisme staat dit in de weg. Een hoogwaardig bewapend Israël is een betrouwbare basis voor de VS-macht in deze regio [42].

4.8 De dreiging van vrede

Israël heeft alleen maar een functie voor de VS, zolang het gevechtsklaar moet staan. Israël zou bij vrede in de regio een lokaal Luxemburg kunnen worden. Dat is niet functioneel voor de VS, want er is al een Luxemburg. Vandaar dat de VS en Israël niet instemmen met vrede [o.a. 47 en 48].

4.9 Water en de bezette gebieden

In de periode 67 – 77 blijkt uit de rapportage van een topadviseur van Peres [57], dat veiligheid nauwelijks een reden is om de bezette gebieden te behouden. Vooral worden genoemd: ‘demografische problemen’ [58] en waterbronnen [59].

4.10 Imperialistische ambities en Arabische dreiging

Al bij haar ontstaan heeft Israël aanbevelingen van de Algemene Vergadering van de VN naast zich neergelegd [60 en 61]. In 1948 was er pas sprake van Arabische dreiging, nadat Israël al ca. 300.000 Palestijnen had verdreven [62]. Dit alles gebeurde in de periode van de-kolonisatie.

4.11 Perspectieven voor de Palestijnen

Een confederatie lijkt een redelijke optie. Maar waarschijnlijk komen er twee afzonderlijke staten, waarbij één van de twee het rioolputje zal zijn.

Cultuurverschillen spelen geen rol, alle mensen hebben dezelfde mentaliteit: ze bloeden als ze zich snijden en ze rouwen als hun kinderen worden vermoord.

4.12 Rechtmatigheid in de geschiedenis

Israël is een feit, maar de geschiedenis is geen bron van rechtmatigheid. Vergeleken met de Amerikaanse Indianen destijds, leven de Palestijnen in het paradijs.

4.13 Kwalificaties om over wereldzaken te praten; een presidentiële campagne

Iedereen met minimaal het verstand van een 15-jarige is voldoende bekwaam om mee te praten over sociale wetenschappen en geschiedenis. Het idee van “speciale kwalificaties” is een techniek om de bevolking te marginaliseren.

Handige vuistregel: luister niet naar mensen die zich aandienen als leider. De inzet van vele (onbekende) mensen veroorzaakt sociale veranderingen. Als je in veranderingen gelooft, is het een rationele keuze pessimisme te vergeten.

Hoofdstuk 5 (1990 – 1996)

Het aanvankelijke succes van het centraal overheidskapitalisme in de SU was een bedreiging voor de Westerse hegemonie. De algemene acceptatie dat de SU socialistisch was, is een triomf van de Westerse propaganda.

Zodra (arme) landen onafhankelijk neigen te worden, grijpen de VS in. Een embargo is bijvoorbeeld bij Haïti een selectief embargo.

Na W.O. II was de eerste grootschalige actie van de VS het wereldwijd breken van het anti-fascistische verzet. De kans op onafhankelijke democratie werd geminimaliseerd.

Na het machtsvertoon van de Golfoorlog konden de VS hun beleid inzake de Palestijnen doordrukken. Europa schijnt toen vergeten te zijn, dat het jarenlang heeft gepleit voor zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen. Het Oslo-verdrag past bij een heropleving van racistisch imperialisme in het Westen inzake de Derde Wereld.

Er zijn vele grote kwesties waarin Chomsky geen standpunt heeft, zoals Bosnië. Hij pleit er voor te focussen op de honderden kwesties, waarin wel voor de hand liggende acties kunnen worden ondernomen.

5.1 Sovjet vs. Westerse economische ontwikkeling

Adam Smith zei al dat economische systemen zoals in de SU en het Westen gunstig zijn voor een minderheid [1]. Voor de meerderheid is een systeem van “deelnemende economie” gunstiger [2].

Na zijn coup verwijderde Lenin alle socialistische elementen en werd de SU een vorm van centraal overheidskapitalisme. In vergelijking met een gelijkwaardig land zoals Brazilië is de SU in de periode van 1900 tot 1980 veel succesvoller [5]. Dit succes [8] was een bedreiging voor de Westerse hegemonie. De Koude Oorlog moest deze hegemonie in stand houden.

5.2 Ondersteunen van terreur

Het blijkt dat hoe meer een land zijn mensenrechten schendt, hoe meer VS-hulp dit land krijgt [12 en 14]. Westerse leiders hebben niets tegen de wandaden van Stalin, sterker nog: ook niet tegen die van Hitler [19].

Deze feiten zijn voor mensen met een gerenommeerde opleiding niet te bevatten.

5.3 Volk’s democratische socialistische republiek

Als een land zich democratisch of socialistisch noemt, wil dat nog niet zeggen dat ze dit ook is.

Een triomf van de Westerse propaganda is de algemene acceptatie dat de SU socialistisch was.

5.4 De orgaanhandel

Orgaanhandel kan samengaan met sociale zuiveringsacties in bijvoorbeeld Latijns Amerika [24]. De VS-overheid zegt, ten onrechte [27], dat de communisten het verhaal van orgaanhandel in omloop hebben gebracht.

5.5 De echte misdaad van Cuba

Na de revolutie in 59 werd de anti-communistische Castro een vijand van de VS [29]. Dankzij de SU overleefde Cuba het embargo van de VS. In 1992 is het embargo verscherpt.

De VS stoorden zich aan het relatieve succes van Cuba, niet aan haar tirannieke aspect.

5.6 Panama en geliefde invasies

De bevolking accepteert vooral snelle, succesvolle invasies. Daarom komen zaken als opsluiting van vakbondsleiders en de politieke oppositie niet ter sprake [36]. Illustratief is de patriottische houding van George McGovern, presidentskandidaat in 72: hij uit zijn twijfel niet tijdens, maar na de invasie [43].

Noriega wordt gepresenteerd als drugshandelaar, maar dat was hij in 85 ook al. Hij stond op de loonlijst van de CIA, maar werd tussen 85 en 89 te onafhankelijk [42].

5.7 Moslims en buitenlands beleid van de VS

Moslims of christenen, het gaat er om of ze gehoorzaam zijn aan de VS.

5.8 Haïti: verstoring van een export platform

Op Haïti lijken de VS een volksleider (Aristide) weer aan de macht te helpen na een militaire coup.

In werkelijkheid hebben de VS na de onverwachte winst van Aristide alle niet-zakelijke hulp aan Haïti stopgezet [51]. Het embargo na de coup blijkt een selectief embargo te zijn [53 en 54]. De militaire leiders kunnen na het decimeren van de democratische beweging rentenieren in Frankrijk [55]. Aristide krijgt niet de gelegenheid daadwerkelijk vijf jaar president te zijn [58].

5.9 Texaco en de Spaanse revolutie

Ondanks het Neutraliteitsbesluit greep de regering Roosevelt niet in bij de levering van olie door Texaco aan de Spaanse fascisten [64]. Detail: Texaco werd geleid door een uitgesproken nazi, wat niet echt vreemd was in die tijd [62].

5.10 Afwenden van democratie in Italië

Na W.O. II was de eerste grootschalige actie van de VS het wereldwijd breken van het anti-fascistische verzet. Min of meer fascistische structuren kregen opnieuw de macht, inclusief collaborateurs [65]. De kans op onafhankelijke democratie werd geminimaliseerd.

Inzake Italië was een punt van overweging: ingrijpen vóór de verkiezingen of eerst afwachten wat het effect is van militaire steun, propaganda, dreigen met stopzetten hulp, etc. [66 en 75]. De intimidatie bleek effectief te zijn.

De VS hebben de maffia nieuw leven ingeblazen [79]. Ook hebben ze, in samenwerking met de Britten en het Vaticaan, gebruik gemaakt van de deskundigheid van veel nazi oorlogsmisdadigers [80].

5.11 PR in Somalië

Misschien hebben de Somaliërs baat gehad bij de interventie van de VS in 1992. Maar voor de VS was het hoofddoel mooie plaatjes in de media.

Een VN-onderhandelaar had al aardige resultaten geboekt, maar werd terzijde geschoven na negatieve kritiek van hem op de VN [86].

5.12 De Golfoorlog

Na het machtsvertoon van de Golfoorlog konden de VS hun beleid inzake de Palestijnen doordrukken [103]. Bovendien maakten ze duidelijk dat het Midden Oosten onder hun exclusieve invloed stond.

De vreedzame oplossingen van Irak werden door de VS direct van tafel geveegd [88 en 90]. Hiermee negeerden de VS het internationale recht [87]. Na waarschijnlijk lekken naar een lokale krant blijkt, dat de NY Times wel op de hoogte was van een vredesvoorstel [91].

In de VS wordt Irak gepresenteerd als een grootmacht, terwijl het een Derde Wereld land betreft dat met steun van de VS en de SU Iran niet kon verslaan. In die periode maakte Chomsky zelf mee, dat mensen buttons droegen met de tekst: “If Saddam comes, we’re going to fight to the death”.

5.13 Bosnië: interventie vraagstukken

Er zijn vele grote kwesties waarin Chomsky geen standpunt heeft, zoals inzake Bosnië. Stel dat je aanneemt dat Servische provincialen de moordenaars zijn en de mensen in Sarajevo de Ghandi’s, dan nog ligt een standpunt niet voor de hand.

Laten we ons focussen op de honderden kwesties waarin wel voor de hand liggende acties kunnen worden ondernomen.

5.14 Spelen met India

Lange tijd diende India als het betere alternatief van China [108]. Maar zelfs bij hongersnood in India gaven de VS pas hulp, nadat India instemde met VS-beleid [110].

Het gevoel voor onafhankelijkheid ligt vlak onder het oppervlak bij de Indiase elite. Dit blijkt uit het openlijk bekritiseren van het Nuclair Non-Proliferatie Verdrag. Iets wat andere Derde Wereld landen niet durven.

5.15 Het Oslo-verdrag en de herleving van het imperialisme

Het Oslo-verdrag is ondertekend door de groep rond Arafat. Het verdrag betekent een algehele overgave van de Palestijnen.

Na de Golfoorlog (1991) schijnt Europa vergeten te zijn, dat het jarenlang gepleit heeft voor zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen. Chomsky vindt het haast ongelofelijk, hoe uitzonderlijk vergaand Europa door de VS in cultureel opzicht is gekoloniseerd.

Het Oslo-verdrag past bij een heropleving van racistisch imperialisme in het Westen inzake de Derde Wereld [115].

Hoofdstuk 6 (1989 – 1996)

Logischerwijs helpen de machtigen niet mee aan de afbraak van hun macht. Voor echte verandering moet een volksbeweging oog hebben voor interne afstemming, samenwerking en kennisoverdracht. Chomsky vermoedt dat trends als de “Culture of Narcissim” en de “Me Generation” zijn gefinancierd door de PR-industrie. Bij een volksbeweging kunnen individuen schitteren, dankzij de inspanningen van velen.

De lastigste veranderingen tasten de kern van de macht aan, zoals NV’s. Een Naamloze Vennootschap is wellicht de meest totalitaire constructie die door de mens is bedacht.

Een kibboets is een voorbeeld van een democratische instelling. In een democratie ligt de macht niet formeel, maar werkelijk bij de groep. Tegelijk toont de kibboets aan, dat een experiment gaandeweg moet worden verbeterd.

Het grondbeginsel van Chomsky is, dat iedere vorm van autoriteit gerechtvaardigd moet worden.

De geschiedenis van het kapitalisme laat zien, dat een geforceerd veranderde leefwijze later wordt omschreven als de natuurlijke leefwijze. Een voorbeeld is het scheppen van behoefte.

Chomsky schat in dat hij vrijwel immuun is voor een afstraffing door de machtigen. Hij is blank en bevoorrecht, waardoor hij veel vrijheid kan kopen.

6.1 Discussiegroep

De volksbeweging is enorm divers, waardoor de machtigen niet eenvoudig de leiding kunnen bewerken. Maar om echte verandering te bereiken is wel interne afstemming, samenwerking en kennisoverdracht nodig. Voorbeeld van alternatieve media: Z Magazine [2]. Logischerwijs helpen de machtigen niet mee aan de afbraak van hun macht. Zij streven er naar mensen alleen en geïsoleerd te houden.

6.2 De vroege vredesbeweging en de verandering in de jaren 70

In de jaren 70 ging de vredesbeweging zich meer op het systeem richten: niet meer expliciet tegen napalm, maar tegen dwang en controle. Een trend die startte bij het begin van de moderne democratie in de 17-de eeuw: het volk wil meer controle over hun eigen leven en de machtigen proberen dit te voorkomen.

Chomsky vermoedt dat trends als de “Culture of Narcissim” en de “Me Generation” zijn gefinancierd door de PR-industrie. Deze trends ontmoedigen solidariteit bij de jeugd.

6.3 Beweging voor nucleaire bevriezing

Het is aan te raden oog te houden, hoe je veranderingen bereikt. Alleen handtekeningen inzamelen werkt niet. Met de machtigen in discussie gaan, heeft als valkuil dat je stopt met organiseren en mensen betrokken maken. En als je geaccepteerd wordt door de elite, is de kans groot dat je wat fout doet.

6.4 Bewustzijn en acties

Echte bewustzijn doe je op in de praktijk. Bewustzijn is niet voldoende, als de verandering bijvoorbeeld de werkgelegenheid in gevaar brengt. Het is belangrijk oog te hebben voor dergelijke effecten.

Terzijde: Chomsky vindt de rechtbank de grootste verspilling van tijd, inspanning en geld.

6.5 Leiders en bewegingen

Individuen kunnen schitteren, dankzij de inspanningen van velen.

6.6 Niveaus van verandering

Veranderingen die de kern van de macht ongemoeid laten, zijn relatief eenvoudig te bereiken. Voorbeeld: stoppen van martelingen.

Veel pittiger is de verandering van NV’s. Vooral omdat een Naamloze Vennootschap wellicht de meest totalitaire constructie is, die door de mens is bedacht [9].

Progressieve fondsen en kerken zijn goed op de hoogte van acties in de regio.

6.7 Geweldloosheid

Chomsky sluit het gebruik van geweld niet uit. Meestal beginnen de machtigen met geweld [14].

Solidariteit tussen de bevolkingsgroepen kan voorkomen, dat de machtigen de ene groep inhuren om de andere groep neer te slaan.

6.8 Overtreffen van kapitalisme

Je gaat het kapitalisme te boven door de democratisering van economische instituten. Vrije samenwerkingen en federalisme zijn nieuwe bedrijfsvormen. Wat vroeger “loonslavernij” heette, wordt afgeschaft.

6.9 Het Kibboets experiment

Een kibboets is een voorbeeld van een democratische instelling. Tegelijk toont de kibboets aan, dat een experiment gaandeweg moet worden verbeterd.

In een democratie ligt de macht niet formeel, maar werkelijk bij de bevolking [17].

In de woorden van Marx: de mens kent dierlijke en menselijke problemen. Socialisme is een poging de dierlijke problemen op te lossen. Hoe om te gaan met groepsdruk valt hier niet onder.

6.10 Anarchisme en vrijheidsgezindheid

De begrippen anarchisme en vrijheidsgezindheid staan beide voor een samenleving die democratisch en van onderaf is georganiseerd. In de VS heeft vrijheidsgezindheid een andere betekenis: een samenleving met ongebreideld kapitalisme. In zo’n samenleving staat het economisch rendement centraal.

6.11 Verwoorden van visioenen

Vanwege de complexiteit van de samenleving zijn beginselen belangrijker dan details. Het grondbeginsel van Chomsky is, dat iedere vorm van autoriteit gerechtvaardigd moet worden. De bewijslast ligt bij de persoon die de autoriteit uitoefent.

Voor Chomsky houdt socialisme in, dat mensen de vrijheid hebben voor zichzelf te besluiten wat hun behoeften zijn.

6.12 Behoefte scheppen

Al bij de afschaffing van de slavernij op Jamaica onderkende de Britse regering het voordeel van behoefte scheppen [20]. Het doel was dat de ex-slaven op de plantages bleven werken.

De geschiedenis van het kapitalisme laat zien, dat de machtigen moeite moeten doen de leefwijze van de mensen te veranderen en deze verandering te bestendigen [21]. Vervolgens wordt die veranderde leefwijze omschreven als de natuurlijke leefwijze.

6.13 Dissidenten: genegeerd of belasterd

De laster tegen Chomsky vindt voornamelijk in de intellectuele media plaats. Chomsky vergelijkt intellectuelen met een seculier priesterschap dat dient om het dogmatische geloof te handhaven.

De positieve kant van laster is, dat de gevestigde orde je niet langer kan negeren. Laster wordt zorgwekkend, als het afkomstig is van regeringen of bedrijven [31].

Chomsky schat in dat hij vrijwel immuun is voor een afstraffing door de machtigen. Hij is blank en bevoorrecht, waardoor hij veel vrijheid kan kopen.

6.14 Lessen over het verzet

Gezond verstand is voldoende om de berichtgeving van de media aan de kaak te stellen. Onafhankelijk denken kan financiële en/of veiligheidsrisico’s met zich meebrengen.

6.15 Isolatie

Chomsky weet uit ervaring hoe lastig het is op uiteenlopende terreinen de zaken goed op orde te hebben. De valkuil van een grote inzet is isolatie. Wat helpt tegen isolatie, is de vorming van levendige volksbewegingen.

6.16 Wetenschap en de menselijke natuur

De wetenschap kan hooguit erg eenvoudige vragen beantwoorden, de rest is gissen. Over de menselijke natuur heeft de wetenschap niks te zeggen.

6.17 Kwakzalvers in de wetenschap

Een voorbeeld van achterhaalde wetenschap is de ontwikkelingspsychologie van Piaget.

Verder is het aannemelijk, dat we nog niet alle elementaire wetten kennen.

6.18 Adam Smith: echt en nep

Smith was een voorstander van marktwerking, omdat hij vond dat mensen volledig gelijk zouden moeten zijn. Hij ziet in het menselijk karakter begrippen als sympathie, gelijkheid en het recht je eigen werk te beheersen. Allemaal tegengesteld aan het huidige kapitalisme.

Hedendaagse studieboeken geven Smith zijn standpunt vervormd weer [35].

Orwell heeft een boek over Catalonië geschreven, omdat daar eind jaren 30 is geëxperimenteerd met bestuur door het volk [39].

6.19 De computer en de koevoet

Elke drastische ingreep bij een mens of samenleving is dubieus. De drijfveer voor verandering moet uit de mensen zelf komen. Bij een opgelegde verandering is de bevolking vaak het slachtoffer [41].

Hoofdstuk 7 (1989 – 1994)

Scholen belonen discipline en gehoorzaamheid, en ze bestraffen onafhankelijk denken. De natuurwetenschappen zijn tegenwoordig, in tegenstelling tot de mens- en geesteswetenschappen, vrij van ideologische controle. Universiteiten vermijden te vertellen, wat er echt gaande is in de (economische) wereld. Tekenend is dat de beste Azië-wetenschappers hun baan verloren in de VS. Ander voorbeeld: het bekritiseren van een veelgeprezen, doch bij nader inzien frauduleus boek wordt doodgezwegen door de intellectuele elite.

De industrialisatie heeft er bewust toe bijgedragen, minder afhankelijk te zijn van de arbeiders. In landen buiten het Westen is de industrialisatie de kop in gedrukt. Dit ter bescherming van de eigen ondernemingen. Want ondanks de vrije-markt-ideologie zijn de VS tegenwoordig het meest protectionistische land. Economische faculteiten doen hier geen onderzoek naar, wat aantoont dat je ze niet serieus kunt nemen.

Er lijkt geen verandering van morele waarden plaats te vinden. Dit komt omdat de veranderde morele waarden van de bevolking zich niet weerspiegelen in de instituties.

7.1 De Leninistische/kapitalistische intelligentsia

Het idee van “voorhoede”-partij bij het marxisme/leninisme vormt voor Chomsky het kernprobleem van deze stroming. Dergelijke constructies neigen naar onderdrukking van de bevolking.

7.2 Marxistische “theorie” en intellectuele zwendelarij

Het begrip Marxisme duidt op een irrationeel gebruik van zijn ideeën. Niet voor niets wordt het begrip Einsteinisme zelden gebruikt. Bij het werk van Einstein geven de waarnemingen de doorslag.

Eén van de taken van het intellectuele beroep is een niche voor jezelf maken. Ingewikkeld taalgebruik helpt hierbij.

7.3 Ideologische controle in de natuur- en geesteswetenschappen

De natuurwetenschappen zijn, in tegenstelling tot de mens- en geesteswetenschappen, vrij van ideologische controle. Een paar eeuwen geleden bleek controle bij de natuurwetenschappen niet langer vol te houden, vooral door de algehele toename van vrijheid en verlichting. Bij de mens- en geesteswetenschappen kunnen onwaarheden een eeuwig leven hebben.

Zwart/wit gezegd: in de natuurwetenschappen profileer je je door creatief denkwerk, in de andere wetenschappen door de hoeveelheid informatie die je weet.

7.4 De functie van scholen

Universiteiten krijgen het grootste deel van hun budget van welvarende oud-studenten, bedrijven en de overheid. Donateurs met hetzelfde basisbelang. Zolang de universiteit dit belang dient, blijft de geldkraan open [8].

Illustratief voor scholen is de waarneming dat je voor te laat komen naar de directeur moet, terwijl je probleemloos op halve kracht kunt overgaan.

Scholen belonen discipline en gehoorzaamheid, en ze bestraffen onafhankelijk denken. Chomsky vermoedt dat veel kinderen met gedragsproblemen onafhankelijke denkers zijn die hun eigen weg willen gaan. Dergelijke individuen worden aan de kant gezet in het reguliere schoolsysteem.

7.5 Subtielere vormen van controle

Bij de echte elite instellingen is verfijning van gedrag een belangrijk aspect. Je leert wat sociaal wenselijk gedrag is binnen de elite.

Voorbeelden van controle:

– In de jaren 30 kregen de werknemers het recht zich te organiseren. Harvard startte een interne opleiding voor succesvolle, jonge vakbondsleiders. Chomsky vermoedt dat deze inpalming van vakbondsleiders erg succesvol is geweest. Want het is erg verleidelijk in de dominante cultuur te worden meegezogen.

– Japan stimuleert haar economie door rechtstreekse financiering van het bedrijfsleven. In de VS gebeurt deze financiering minder effectief via het Pentagon. Dit onderwerp komt niet aan bod op universiteiten, wel op economische hogescholen. Universiteiten vermijden te vertellen, wat er echt gaande is in de wereld [14].

7.6 Grovere methoden van controle

Het is tekenend dat de beste wetenschappers inzake Azië in Australië en Japan werken. In de VS konden deze wetenschappers hun baan niet behouden.

7.7 Het lot van een eerlijke intellectueel

Een willekeurig voorbeeld. Een schrijver [18] onderbouwt dat de Palestijnen recente immigranten zijn en oogst hiermee lovende kritieken [19]. Norman Finkelstein, afgestudeerde op de universiteit van Princeton, ontdekt dat het boek één en al bedrog is. Chomsky raadt hem af hier werk van te maken, aangezien Finkelstein grote kans loopt dat de Amerikaanse intellectuele gemeenschap hem doodzwijgt. Finkelstein zet door en wordt inderdaad volledig genegeerd.

Pas nadat het boek in Groot Brittannië uitkomt, wordt het aldaar volledig afgekraakt [24].

7.8 Het smeden van een arbeidersklasse cultuur

De arbeidersbeweging in de 19-de eeuw realiseerde zich, dat ze door de industrialisatie de creativiteit van hun oorspronkelijke werk verloren. Ook zagen ze dat de invoering van het massale schoolsysteem het onafhankelijke denken zou ondermijnen [31].

De immigratie van arme Europeanen heeft de arbeiders parten gespeeld in de vorming van een krachtige arbeidersbeweging. Dankzij enorme bedrijfspropaganda zijn vakbonden tegenwoordig een marginaal verschijnsel.

7.9 De fraude van de moderne economie

Verschillende economische theorieën waren de afgelopen eeuwen in zwang bij de machtigen. Het geloof in de vrije markt is steeds prominent aanwezig. Na de eerste periode van industrialisatie zagen de machtigen de noodzaak van overheidsinterventie in. Ook moesten de armsten het niet zo slecht hebben, dat ze zich gaan organiseren.

Chomsky beweert dat de hedendaagse abstracte economische modellen volstrekt niet overeenkomen met de echte wereld.

7.10 De echte markt

Ondanks de vrije-markt-ideologie zijn de VS het meest protectionistische land [38]. Het argument van de vrije markt helpt de sociale uitgaven laag te houden. Ook wordt van andere landen verwacht de vrije-markt-gedachte wel uit te voeren.

Dergelijke marktverstoringen zijn enorme verschijnselen. Historische voorbeelden: Egypte [45], Bangladesh [46] en India [47]. Economische faculteiten doen hier geen onderzoek naar, wat aantoont dat je ze niet serieus kunt nemen.

7.11 Automatisering

Automatisering is niet ontstaan dankzij de vrije markt. De overheid heeft jarenlang onderzoek naar automatisering gefinancierd.

Begin 19-de eeuw verzetten Engelse textielarbeiders zich al tegen de invoering van machines die hun vaardigheden ondermijnden. Ten onrechte is de gangbare uitleg, dat de arbeiders zich verzetten tegen machines in het algemeen.

7.12 Een revolutionaire verandering in morele waarden

De bevolking heeft een revolutionaire verandering in morele waarden ondergaan. Deze verandering reflecteert zich niet in een blijvende verandering van de instituties. Daarom blijft de boodschap van de intellectuele cultuur ongewijzigd: de bevolking kan niets ondernemen.

Hoofdstuk 8 (1989 – 1996)

De bevolking zal zich blijvend moeten inzetten meer macht proberen te krijgen. Voor de meeste rechten geldt dat er een lange strijd aan vooraf gaat. Een verdrag als NAFTA gaat veel meer over de rechten van investeerders dan over vrijhandel. Uiteindelijk is de wereld gebaat bij de vervanging van de (hiërarchische) natie-staten door deskundige mensen die de hele wereldbevolking vertegenwoordigen.

In de meeste gevallen bepaalt de zeggenschap over een technologie of de betreffende technologie de bevolking steunt of schaadt.

Chomsky richt zich inzake bedreiging en geweld op zijn eigen land, omdat hij als burger het meeste invloed heeft in zijn eigen land. Hierbij is het zaak goed voor ogen te houden, welke vraagstukken je belangrijk vindt.

Door haar eigen wapenhandel krijgen de VS sterkere vijanden. Oftewel een goede reden voor een hoog defensiebudget.

8.1 Nieuwe vormen van onderdrukking ontdekken

De bevolking zal zich blijvend moeten inzetten meer macht proberen te krijgen. Chomsky vermoedt dat autoriteit en onderdrukking in steeds nieuwe gedaanten verschijnen.

8.2 Vrijheid van meningsuiting

Pas in 1964 was het in de VS niet meer strafbaar, als je met woorden de staat aanviel [2]. In bijvoorbeeld Engeland [13] durfde de BBC het niet aan een documentaire uit te zenden, waarin bejaarde Ierse vrouwen vertellen over de jaren 30 [meer: 14].

Voor de meeste rechten geldt dat er een lange strijd aan vooraf gaat.

8.3 Negatieve en positieve vrijheden

Negatieve vrijheid betekent dat er geen dwang is die voorkomt dat je iets doet. Positieve vrijheid betekent dat je het daadwerkelijk kunt doen. Chomsky adviseert eerst de negatieve vrijheden zeker te stellen en je dan pas te richten op de positieve vrijheden.

Bij rechten is er altijd sprake van tegenstrijdigheden. Steeds opnieuw zullen mensen hierin een afweging moeten maken. Ook voor onderwerpen als sexuele pesterijen en geweld op TV pleit Chomsky voor ruime marges in de regelgeving.

8.4 Cyberspace en activisme

In de meeste gevallen bepaalt de zeggenschap over een technologie of de betreffende technologie de bevolking steunt of schaadt. De landelijke radiozenders zijn in de VS in de jaren 30 geprivatiseerd. Dit werd gebracht als een overwinning van de democratie [16]. Daarom stemmen activisten af op lokale radiozenders.

Het lijkt vreemd dat internet is ontwikkeld, omdat het zo democratisch is. Maar het houdt mensen gescheiden van elkaar, ieder voor zijn eigen scherm. Bovendien ondermijnt internet de lidmaatschap van professionele actiegroepen door de aanbod van gratis informatie.

8.5 “Vrijhandel” overeenkomsten

Vrijhandel is deels noch vrij noch handel. Economische efficiency en technologische vooruitgang worden tegengewerkt door bijvoorbeeld patenten te verlenen op producten in plaats van processen. En voor de VS blijkt de internationale handel voor de helft te bestaan uit een goederenstroom tussen vestigingen van hetzelfde bedrijf. Hier is van handel geen sprake.

Een verdrag als NAFTA gaat veel meer over de rechten van investeerders dan over vrijhandel [19]. Zelfs in de VS is NAFTA nadelig voor ca. 70 procent van de werknemers [23].

8.6 Financiering door het Departement van Defensie en “schoon geld”

Omdat Chomsky bij de M.I.T. werkt, wordt ook hij eigenlijk gefinancieerd door het departement van defensie. Hij voelt zich hier niet door beïnvloed, omdat hij bezig kan zijn met de onderwerpen die hij begrijpt, niet met onderwerpen die anderen opgelost willen zien.

Chomsky noemt defensie-geld niet vuiler dan diverse andere geldstromen. Als bijvoorbeeld een rijke weldoener geld schenkt, is dat geld via winst gestolen van de werknemers.

8.7 Het uitverkoren land en vijandige landen

Chomsky richt zich inzake bedreiging en geweld op zijn eigen land. Deels omdat de VS de grootste bijdrage aan internationaal geweld leveren, maar vooral omdat hij als burger het meeste invloed heeft in zijn eigen land.

Commentaar op andere landen kan door de eigen regering zelfs gebruikt worden, het geweld tegen die landen op te voeren.

8.8 Canada’s media

Bij de Canadese media is Chomsky een graag geziene gast, zolang hij commentaar heeft op de VS. Hij wordt niet meer uitgenodigd, als hij zijn pijlen richt op Canada [30, 31]. Globaal werken de media in de VS en Canada op dezelfde wijze. De aanwezigheid van bijvoorbeeld een arbeidersbeweging in Canada doet hier weinig aan af.

8.9 Zou Quebec zich moeten afsplitsen van Canada?

Chomsky vermoedt dat Quebec beter af is bij Canada dan bij de VS. Het Amerikaanse bedrijfsleven zal ook geen voorstander zijn van drastische wijzigingen met onverwachte bijkomstigheden. Middels economische verdragen zorgt het bedrijfsleven wel dat het volop invloed heeft in Canada.

8.10 Ontcijferen van “China”

Kwesties in de media, zoals de gewenste diplomatieke banden met China, bevatten vaak diverse onuitgesproken aannames. Het werkt verhelderend de aannames te benoemen. Vaak blijkt dan dat er geen eenvoudige antwoorden zijn.

Het is zaak goed voor ogen te houden, welke vraagstukken je belangrijk vindt.

8.11 Indonesië haar Killing Fields: de door de VS gesteunde genocide in Oost Timor

De genocide in Oost Timor [41] is een duidelijk voorbeeld dat activisme in de VS effect heeft. De media verdoezelen de grote rol van de VS [42]. Een kleine groep activisten [46] begint rond 1980 de kwestie aan te zwengelen. Dit leidt uiteindelijk in 1992 tot wetgeving door het Congres. De regering Clinton weet deze wetgeving te omzeilen [48].

Chomsky zegt dat de rest van wereld in de broek schijt voor de VS: een brute, terroristische macht strijk je niet tegen de haren in. Zelfs symbolische wetgeving in de VS is daarom belangrijk.

[Uiteindelijk volgt er 1999 een referendum, dat leidt tot de onafhankelijkheid van Oost Timor]

8.12 Massamoordenaars op Harvard

Massamoordenaars houden niet van veel media-aandacht. Een studie op Harvard is een optie om de meeste aandacht aan je voorbij te laten gaan.. Harvard werkt mee, want zij ontkennen je aanwezigheid [51].

8.13 Veranderingen in Indonesië

Indonesië blijkt snel te reageren op Westerse druk. Als voorzitter van een groep Derde Wereld landen bij de VN werkt Indonesië aan een voorstel, waarin het Internationaal Gerechtshof wordt gevraagd zich uit te spreken over de legaliteit van nucleaire wapens. De VS, Groot Brittannië en Frankrijk dreigen Indonesië met sancties. Vervolgens trekt Indonesië het voorstel in. Evenzo kan de genocide in Oost Timor snel stoppen.

8.14 Nucleaire proliferatie en Noord Korea

Noord Korea is een voorbeeld dat het “verkeerde” land kernwapens krijgt. Maar ook is het land een voorbeeld van eenzijdige berichtgeving over de Koreaanse oorlog [63 en 65].

8.15 De Simson optie

De Simson optie houdt in dat Israël dreigt andere landen bij haar eventuele ondergang mee te slepen [71].

Door haar eigen wapenhandel krijgen de VS sterkere vijanden. Oftewel een goede reden voor een hoog defensiebudget [74].

8.16 Het lot van de Palestijnen

Wat er na het Oslo-akkoord (94) met de Palestijnen in de bezette gebieden gebeurt, is vergelijkbaar met het lot van de zwarten in Zuid Afrika in de jaren 50. Echter, in verschillende opzichten waren de zwarten beter af. Zoals: de thuislanden kregen subsidie van Zuid Afrika en ze werden niet erkend door de internationale gemeenschap. Bovendien heeft de PLO alle aansprakelijkheid op zich genomen.

8.17 Ambities van de PLO

De werkwijze van de PLO is, dat ze binnenskamers afspraken maakt met machtige personen. De PLO steekt geen energie in het krijgen van steun voor de getroffenen.

De PLO is een rijke organisatie, dankzij de donaties van Arabische landen. Ook heeft zij een grote veiligheidsdienst die nauw samenwerkt met de Israëli’s [90].

Al met al is de PLO een doorsnee Derde Wereld beweging: corrupt en incompetent.

8.18 Het systeem van natie-staten

Het systeem van natie-staten leidt al vanaf de Middeleeuwen tot veel ellende in de wereld. Hedendaagse gevolgen zijn uitbuiting van de Derde Wereld en milieuvervuiling. Een oplossing is de vervanging van de (hiërarchische) natie-staten door deskundige mensen die de hele wereldbevolking vertegenwoordigen.

Hoofdstuk 9 (1993 – 1996)

Een belangrijk element van een volksbeweging zijn de organisatoren. Ook volks-educatie zorgt voor het gewenste soort volksbeweging. Alleen een actieve volksbeweging is in staat hun vertegenwoordiger continu duidelijk te maken dat hij hun vertegenwoordiger is. De overheid kan een volksbeweging tegenwerken, door bijvoorbeeld wetten niet na te leven.

De wettelijke basis van diverse regels voor bedrijven is buiten het democratische proces via de rechtspraak tot stand gekomen.

Een individuele boycot is meestal te vergelijken met ‘economische’ zelfmoord: jij stapt er uit en het systeem gaat ongewijzigd verder.

Ieder moet op zijn eigen gezond verstand en intelligentie vertrouwen. Het gaat er niet om wat je leest, maar hoe je leest. Chomsky raadt activisten aan bij hun luisteraars vertrouwen op te bouwen.

Chomsky stelt dat je geen succesvol politiek activist zult worden, tenzij je een bevredigend leven leidt.

Over de menselijke aard en de oorsprong van morele waarden is nog maar weinig bekend. Uitspraken als “de menselijke aard is corrupt” doet Chomsky af als onwetenschappelijk.

9.1 De film Manufacturing Consent

De standaardreactie op de verfilming van het boek Manufacturing Consent is, dat mensen dachten dat ze als enige een dergelijke mening hadden. Ook willen ze zich graag aansluiten bij Chomsky zijn beweging. Chomsky benadrukt dat het niet zijn beweging is, maar van alle mensen die waar dan ook bijeenkomsten organiseren. Anders gezegd: de golf is belangrijk, niet degene die op de golf surft.

9.2 Media activisme

Ieder moet op zijn eigen gezond verstand en intelligentie vertrouwen. Het gaat er niet om wat je leest, maar hoe je leest. Daarom kun je zeker nuttige informatie halen uit bijvoorbeeld de Wall Street Journal. Dergelijke bladen neigen naar meer eerlijkheid, omdat de media zich over dit lezerspubliek geen zorgen maken. Bovendien willen investeerders goed geïnformeerd zijn.

Chomsky raadt activisten aan bij hun luisteraars vertrouwen op te bouwen. Anders word je de zoveelste die schermt met zogenaamde feiten.

9.3 Zelfdestructie van links in de VS

Regelmatig ontbreekt bij een bijeenkomst informatie over vervolgacties. Ook mist links nogal eens, wat er bij de bevolking leeft [10].

Onderwerpen als meebeslissen en autoriteit raken de kern van het systeem van onderdrukking. Met scholing en organiseren kan links een bijdrage leveren aan de verandering van dit systeem.

9.4 Volks-educatie

In de jaren 30 was je als linkse intellectueel betrokken bij volks-educatie. Tegenwoordig lijken de linkse intellectuelen het tegenovergestelde te verkondigen: “al die kennis heb je niet nodig”.

Chomsky ziet volks-educatie als een belangrijk stap richting het gewenste soort volksbewegingen.

9.5 Derde-partij politiek

Een derde partij in de VS kan bestaande structuren doorbreken. Een belangrijke voorwaarde is een actieve volksbeweging, die organiseert en druk blijft uitoefenen. Alleen dan is deze beweging in staat hun vertegenwoordiger continu duidelijk te maken dat hij hun vertegenwoordiger is. Zonder deze druk gebeurt het bijvoorbeeld dat een linkse senator voor NAFTA stemt.

Een derde partij kan ook de kartrekker worden van samenwerking tussen de vele, losstaande volksbewegingen.

9.6 Boycots

Een individuele boycot is meestal te vergelijken met ‘economische’ zelfmoord: jij stapt er uit en het systeem gaat ongewijzigd verder. Een goed gecoördineerde boycot heeft kans van slagen.

9.7 Concrete acties

Chomsky beveelt geen concrete acties aan. Het is aan een ieder, welke acties hij belangrijk vindt.

9.8 De strijd tegen de vakbonden

Als individu ben je niet in staat het systeem te veranderen. Daarom is het bedrijfsleven zo gekant tegen vakbonden. De overheid levert haar bijdrage door wetten niet na te leven [24].

Voor het ondermijnen van volksbewegingen zijn dus niet perse doodseskaders nodig zoals in de Derde Wereld. In bijvoorbeeld Groot Brittannië werkt de overheid de vakbonden tegen, door de verplichting je lidmaatschap jaarlijks te bevestigen [28].

9.9 Binnen-stad scholen

De achteruitgang van de openbare binnen-stad scholen hoeft geen pleidooi voor private scholen te zijn. Chomsky ziet het als de taak van links te voorzien in een interessant spectrum aan openbare scholen.

9.10 Verdedigen van de verzorgingsstaat

Nu kan de federale overheid nog enig tegenwicht bieden tegen NV’s. Zolang er geen alternatief is, raak je van de wal in de sloot met de afbraak van de overheidsmacht. Zodra de macht egaler is verdeeld, bereik je meer democratie met de decentralisatie van de macht naar de staten.

9.11 Pensioenfondsen en de wet

Zolang de wet niet wordt gehandhaafd, kunnen pensioenfondsen doorgaan met riskante beleggingen. Het zou een grote verbetering zijn, als de werknemers via de vakbonden inspraak krijgen in de beleggingen. En die inspraak kan zeker uitgebreid worden tot de fabriek waar ze werken. De wettelijke basis van diverse regels voor bedrijven is buiten het democratische proces via de rechtspraak tot stand gekomen [35 en 36].

9.12 Samenzweringstheorieën

Bij een samenzweringstheorie veroorzaakt een geheime groep een significante gebeurtenis. De geschiedenis draagt hier nauwelijks voorbeelden van aan. Een voorbeeld is de mislukte aanslag op Hitler.

9.13 Het besluit om betrokken te raken

Chomsky ziet twee opties: of je gaat van het slechtste uit en dat zal dan waarschijnlijk ook gebeuren. De andere optie is hoop op verbetering en dat je daar een bijdrage aan kunt leveren. Kiezen voor de eerste optie is voor Chomsky gelijk aan niet-ingrijpen als iemand een ijsco van een kind afpakt.

Een ieder moet voor zichzelf uitmaken hoeveel energie hij steekt in zijn bijdrage. Chomsky stelt dat je geen succesvol politiek activist zult worden, tenzij je een bevredigend leven leidt. En voor succes is lange adem een vereiste.

9.14 “De menselijke aard is corrupt”

Van de menselijke aard weten we nog maar weinig. Het is maar net welke kant van de medaille je belicht.

9.15 Ontdekken van moraliteit

In vergelijking tot vroeger zijn we nu meer in de gelegenheid kennis op te doen over onze moraal. We zijn nu bijvoorbeeld diervriendelijker dan vroeger.

9.16 Abortus

Abortus is een goed voorbeeld van een moeilijke keuze met tegenstrijdige belangen.

9.17 Morele waarden

Elk antwoord over de oorsprong van morele waarden is gebaseerd op erg weinig kennis. Vermoedelijk zijn morele waarden geworteld in onze aard. Twee zaken lijken de waarden te kunnen beïnvloeden: onze biologische aard en individuele ervaringen.

Zelfs bij de afschaffing van de slavernij bleken beide partijen uit te gaan van dezelfde morele basisprincipes [43].

Veel mensen zijn nu gedesillusioneerd en zien weinig alternatieven. Chomsky wil een situatie bereiken, waarin individuen voldoende keus hebben uit gezonde alternatieven. Hier ligt een taak voor serieuze organisatoren.

Hoofdstuk 10 (1994 – 1999)

Sinds het midden van de jaren 70 werkt een doorsnee gezin begin jaren 90 vijftien weken meer per jaar zonder inkomenstoename. De gecreëerde rijkdom is voornamelijk naar de hoogste inkomensgroep gegaan. De start-inkomens liggen nu 20 à 30 procent lager. Ondanks deze feiten hebben de media het in de jaren 90 over een sprookjes-economie.

De bijstand van de overheid bestaat voor een klein deel uit uitkeringen voor de armen. Het overgrote deel gaat naar de rijken. Dit gebeurt vooral middels rechtstreekse giften aan het bedrijfsleven, maar ook dankzij regressieve fiscale regels.

De armen in de stad zijn vrij nutteloos uit het oogpunt van macht. Een effectieve manier om van hen af te komen is via het strafrechtelijke systeem. Vaak zijn verboden op producten bedoeld voor controle op een zorgwekkende groep in de bevolking.

Bij peilingen heeft woordkeuze een belangrijke invloed. De grootste groep is bijvoorbeeld tegen bijstand, maar voor steun aan armen. De PR-industrie kweekt angst bij mensen, vooral over de ruggen van de zwarten. Hun uitgaven zijn ca. 10 miljard op jaarbasis.

Door de internationale valutahandel maakt de kleur van een regering niet meer uit, want beleid is losgekoppeld van politiek.

Heden ten dage moet een vakbond wel internationaal zijn, omdat multinationals landen tegen elkaar uit kunnen spelen.

De hoge mate van irrationaliteit in de VS kan makkelijk opgezweept worden door demagogen. Gelukkig zijn de leiders tot nu toe allemaal oplichters. Want het grote voordeel van corruptie is, dat het de macht ondermijnt.

Chomsky voorziet dat het huidige kapitalisme desastreus is voor het milieu. Nu staat de overleving van de mensheid op het spel.

10.1 De Derde Wereld thuis halen

Enkele statistieken: rond 1990 hebben 30 miljoen Amerikanen te weinig te eten [8], sinds de jaren 60 is de contacttijd tussen ouder en kind met 40% afgenomen [13].

De NYT schrijft geen recensie over een boek dat gaat over de behandeling van kinderen. In dit boek wordt het Anglo-Amerikaanse model beschreven als “een oorlog” tegen kinderen [4]. Wel plaatst de NYT een recensie over slechte genen, waarin de zwarten impliciet de schuld krijgen van lagere landelijke IQ-scores [6 en 7].

De huidige sociale wetten zijn geen natuurwetten. Het Europese continent laat zien dat het anders kan. Verbeteringen zijn er ook mogelijk bij de verdeling van werk [16].

10.2 Bijstand: de erwt en de berg

De erwt inzake bijstand is het bedrag aan uitkeringen voor de armen. De berg is de hoeveelheid geld die naar de rijken gaat. Dit gebeurt vooral middels rechtstreekse giften aan het bedrijfsleven, maar ook dankzij regressieve fiscale regels [24].

Chomsky verbaast zich over hoe normaal seksisme wordt gevonden. Opvoeden wordt niet gezien als werk, speculeren op de financiële markt daarentegen wel.

10.3 Misdaadbeheersing en “overbodige” mensen

De armen in de stad zijn vrij nutteloos uit het oogpunt van macht Een effectieve manier om van hen af te komen is via het strafrechtelijke systeem.

Vaak zijn verboden op producten bedoeld voor controle op een zorgwekkende groep in de bevolking [36]. Dit blijkt uit de handhaving. Bij de oorlog tegen drugs komen geen bankiers of directeuren van chemische bedrijven achter de tralies. Toch wordt er in de VS 260 miljard dollar witgewassen, tegen 10 miljard in Columbia [39]. Ook komt het merendeel van de chemicaliën voor drugsproductie in Latijns Amerika uit de VS [41].

Misdaadbeheersing betekent een groeiende stroom belastinggeld richting het bedrijfsleven [44].

10.4 Geweld en repressie

Mensen denken dat de misdaadcijfers in de VS hoger zijn dan 20 jaar geleden, wat onterecht is [47]. Dankzij propaganda met een racistische ondertoon worden de mensen bang, waardoor ze makkelijker hun rechten afstaan.

Bij peilingen heeft woordkeuze een belangrijke invloed. De grootste groep is bijvoorbeeld tegen bijstand, maar voor steun aan armen [50]. De PR-industrie kweekt angst bij mensen, vooral over de ruggen van de zwarten. Hun uitgaven zijn ca. 10 miljard op jaarbasis [51].

Echt geweld betreft ook de doden ten gevolge van tabak. Tabak scoort zeker een factor 100 hoger dan hard drugs [53]. Toch belanden de betreffende directeuren niet in de gevangenis. Ook wordt de macht van de VS gebruikt, China te dwingen Amerikaanse tabaksreclame toe te staan.

Bij de verkiezingen in 1994 verwijt de republikein Gingrich de democraten te soft te zijn inzake bijstand (= overheidsgeld). De democraten gebruiken niet het tegenargument dat Gingrich in een regio woont, waar veel overheidsgeld (o.a. Lockheed) naar toe gaat [52]. Blijkbaar wegen klasse-belangen zwaarder dan politieke meningsverschillen.

10.5 Internationaal kapitaal: het nieuwe imperiale tijdperk

Tot begin jaren 70 was de dollar gekoppeld aan de goudprijs. Vlak na de loskoppeling bedroeg de speculatie in valuta 10 procent van de internationale transacties. Begin jaren 90 was dit percentage gestegen tot 90 procent. In 1994 bedroeg de speculatieve geldstroom 14 biljoen dollar [58].

De internationale valutahandel onttrekt geld aan een nationale economie bij onwelgevallige ontwikkelingen, zoals inflatie. Dit leidt wereldwijd tot een economie van lage groei, lage lonen en hoge winsten. De kleur van de regering maakt niet meer uit, want beleid is losgekoppeld van de politiek [62 en 63].

In dit verband voldoet het niet te spreken over “de VS”. Onderscheid maken naar inkomensklasse is zorgvuldiger. Het grootste deel van de bevolking zakt af naar een Derde Wereld standaard. De sector die directeuren en investeerders omvat, doet het beter dan ooit tevoren. Tot deze sector behoren ook rijksten in andere landen.

De internationale zakelijke media praten openlijk over het nieuwe imperiale tijdperk [64].

10.6 De sprookjes-economie

Sinds het midden van de jaren 70 werkt een doorsnee gezin begin jaren 90 vijftien weken meer per jaar tegen hetzelfde of een lager inkomen [65]. De gecreëerde rijkdom is voornamelijk naar de hoogste inkomensgroep gegaan. De start-inkomens liggen nu 20 à 30 procent lager, wat een indicatie voor de toekomst is [68]. Ondanks deze feiten hebben de media het in de jaren 90 over een sprookjes-economie.

10.7 Internationale vakbonden vormen

Heden ten dage moet een vakbond wel internationaal zijn, omdat multinationals landen tegen elkaar uit kunnen spelen [71 en 72]. Voor echt succes moeten deze vakbonden van onderop groeien en georganiseerd zijn. Op dit punt hebben de Amerikaanse vakbonden een slechte reputatie, omdat ze meewerkten aan de ondergang van bijvoorbeeld de Italiaanse en Japanse vakbonden [83]. In de VS vonden de vakbondsleiders de buitenlandse vakbonden te democratisch.

Chomsky vindt deze uitdaging niet te moeilijk. Hij zegt dat het een kwestie is van doen. En mocht het te moeilijk zijn, dan zijn we als mensheid echt in de problemen. Hij voorziet dat het huidige kapitalisme desastreus is voor het milieu.

10.8 Beginstappen en de komende crisis

Hoe eerder je begint met de oprichting van een internationale beweging, hoe constructiever je kunt inspelen op een komende crisis. Voor een serieuze verandering van de economie is het nodig, dat de private macht wordt ontmanteld.

Uiteraard is de reactie van het bedrijfsleven op een crisis: hoe kunnen we hier geld aan verdienen? Het is realistisch dat het bedrijfsleven een milieucrisis gebruikt voor een nieuwe subsidiestroom om bedrijfswinsten zeker te stellen.

10.9 Elite planning – uit de hand glippen

Je wordt niet geacht te praten over planning in het Westen. Al snel heeft men het dan over samenzweringstheorieën. De machtigen in het Westen doen zeker aan planning, want ze zijn niet dom.

De elite planning gebeurt welbewust, zoals Adam Smith al voorspelde [91]. Deze planning is goed vanuit het oogpunt van bedrijfswinsten op de korte termijn. Als het doel een leefbare wereld voor onze kinderen is, is de planning bizar slecht.

Vooral internationale bedrijven onderkennen dat overheidsregulering nodig is teneinde zelfdestructie te voorkomen. In 1994 wint Gingrich bij de Republikeinen. Hij vertegenwoordigt de bedrijven tot 50 werknemers [95]. Dit zijn bedrijven waarvan de directeur een salaris heeft in de top 2 procent van de inkomens. De top half procent, directeuren van de internationale bedrijven, verliest dus aan invloed. De Gingrich-groep is wars van regels en onderzoek. Dit verontrust de grote zakenwereld.

De Gingrich-groep heeft ook veel aanhang bij fundamentalistische christenen. Deze groep is totalitair en extreem irrationeel. De directeuren van de internationale bedrijven willen niet dat soort fascisme. Dit leidt zelfs tot steun van de tegencultuur in de NYT [97].

10.10 Verstoorde groepen bezielen

De burgerlijke samenleving is gesloopt. Niemand vertrouwt nog iemand. Toch krijgt Chomsky nog massaal een positieve respons op zijn toespraken. Maar hij vermoedt dat de mensen zo gedesillusioneerd zijn, dat ze bij willekeurig welke toespraak positief reageren. Veel mensen zijn niet in staat tot een constructieve respons op de huidige situatie.

In 1994 organiseerde een groep arme indianen in Mexico de Zapatista-opstand. Zij waren hier toe in staat, dankzij hun levendige burgerlijke samenleving. In deze periode was er ook grote onvrede in Los Angeles. De mensen daar waren tot niet meer in staat dan winkels beroven.

10.11 Op de rand van facisme

De hoge mate van irrationaliteit in de VS kan makkelijk opgezweept worden door demagogen. Chomsky vindt de VS al jaren op de rand van fascisme. Gelukkig zijn de leiders tot nu toe allemaal oplichters. Want het grote voordeel van corruptie is, dat het de macht ondermijnt. De situatie wordt veel slechter bij een president die macht wil, rechtlijnig is en niet corrupt is.

Chomsky vergelijkt de VS met Duitsland in de jaren 30. Toen was Duitsland één van de meest beschaafde en ontwikkelde landen. De vele problemen waren voldoende om de nazi’s hun slag te laten slaan.

10.12 De toekomst van de geschiedenis

De hedendaagse problemen zijn vergelijkbaar met die in de 18-de eeuw. Wat anders is, is de schaalgrootte van de milieuproblemen. Nu staat de overleving van de mensheid op het spel.

Wereldwijd neemt het aantal uitgeleefde gebieden toe. Voorbeeld: Haïti is van een rijk eiland veranderd in een verdroogd gebied [104].

Als de bevolking gemarginaliseerd blijft, zal er niet veel geschiedenis komen om ons zorgen over te maken.